De tram werd met gejuich en champagne ingehaald. Januari 2025 door Ruud Bijkerk
“Zaterdag 30 April 1898 zijn we den dienst van de stoomtramlijn Rotterdam – Hoeksche Waard officieel wezen openen. Heerlijke zonneschijn, bloeiende vruchtbomen, malsche weiden, jonggroene velden, geurige lentelucht, blijde gezichten, wapperende vlaggen, gejuich en geknal. Het was een feestrit van Rotterdam naar Numansdorp en terug. Er werd getoast op velerlei verzoek en op de Middelsluis te Numansdorp hield de heer J.A. Overwater eene roerende slotrede en dronk champagne met rentmeester Vlielander en burgemeester Kluifhoofd. Daarna vierde Numansdorp de intrede in den nieuwen tijd met eene muziekuitvoering en een schitterend vuurwerk op de oude Zomp en eene vrolijke danspartij in het Wapen van Cromstrijen”.
Onder bovenstaande krantenkop met het prachtige stukje proza werd het nieuws van de eerste RTM-stoomtram door de Hoeksche Waard naar Numansdorp wereldkundig gemaakt. Dit had een revolutionaire impact op de samenleving van het eiland, die ontsloten werd. In feite gebeurde dat al 10 jaar eerder in 1888 met de opening van de Barendrechtse brug. De vaste oeververbinding is gerealiseerd, maar de beloofde tramlijn kan de Hoeksche Waard wel vergeten. Dit zou met veel politiek gesteggel nog jaren duren, voordat de lokale notabelen uiteindelijk witte rook zagen.
Aanvankelijk was men nog sceptisch en zou de tram voornamelijk gebruikt worden voor goederenvervoer, zoals melkbussen en vee naar Rotterdam, mest naar tuinders in Zwijndrecht en suikerbieten naar de suikerfabrieken van Oud-Beijerland en Puttershoek. Cornelis Lely, Minister van Waterstaat, bekend van de inpoldering van de Zuiderzee, was hoogstpersoonlijk één van de vips aan boord van deze feestrit. Hij was namelijk de grote animator van de aanleg door de Hoeksche Waard en wist de Tweede Kamer en Eerste Kamer te overtuigen dat deze lijn belangrijk was voor de verdere ontwikkeling van de landbouw en het vervoer naar de grote stad. Als dank voor zijn enorme steun zou de RTM de ‘tramboot’ van Numansdorp naar Zijpe naar hem vernoemen.
De komst van de tram bleek na verloop van tijd een succes, want in hetzelfde jaar werd de lijn doorgetrokken naar Zuid-Beijerland. Op 30 april 1900 opende zelfs het veer Numansdorp haven naar Zijpe in Zeeland. Nog geen vijf jaar later werd in 1903 Oud-Beijerland deel van Lijn 3, die Goudswaard verbond aan het lijnentraject. In 1904 complementeerde men het spoorwegennet met de trambaan Lijn 2 van Strijen naar Blaaksedijk. Grappige anekdote uit die tijd is het feit dat de gemeenteraad van Puttershoek geen halte binnen de gemeentegrenzen wilde hebben, omdat de tram ook op zondag reed. Als alternatief werd Maasdam gevonden net over de gemeentegrens.
Uiteindelijk zou in 1957 de laatste goederentram rijden. 68 jaar later zijn nog steeds locaties in de Hoeksche Waard waar de sporen van de RTM zichtbaar zijn. Daarover later meer, eerst wordt het tijd om naar het Museum in Boerderij Oost-Leeuwenstein in Heinenoord te gaan en de geweldige plattegrond met de lijnen plus de vele foto’s en verhalen te bezichtigen.