Diergeneeskunde  2023-01-februari     door Corrie Sonneveld

Wie tegenwoordig een ziek dier heeft, kan dit laten onderzoeken en behandelen door een dierenarts. Dierenartsen zijn afgestudeerd aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Deze bestaat inmiddels meer dan 200 jaar. Hoe was het voor die tijd?

Al in de oudheid waren mensen bezig met de gezondheid van dieren. Hele boekwerken werden geschreven met juiste en onzinnige denkbeelden over behandeling van kwalen.

Zo dacht men dat de ziekte in het bloed zat. Door aderlaten, met behulp van bloedzuigers of een scherp mes, een vlijm, zou de ziekte het lichaam kunnen verlaten. In de eerste eeuw na Chr. werd al geschreven dat dieren met de pest gescheiden moesten worden van gezonde dieren en dat de dode dieren diep in de grond begraven moesten worden.

 

De koeienverzorgers, paardendokters, veeverloskundigen, hoefsmeden, die geen universitaire opleiding genoten hadden, hebben hun werk door overlevering, vaak van vader op zoon, leren uitvoeren. Zij worden ‘empiristen’ genoemd.

Toen er in de achttiende eeuw grote uitbraken van pest waren, werd de behoefte aan meer deskundigheid groter. Dat was een aanleidingen om de Rijks Veeartsenijschool op te richten. Wetenschappelijk onderzoek zou bijdragen aan het verbeteren van behandelmethoden bij ziektes.

 

Het aantal ‘kwekelingen’ was in de eerste jaren nog niet groot. En er bleven problemen bestaan bij het genezen van ziektes. De empiristen gingen door met het uitoefenen van hun praktijk. Pas na een reorganisatie op de veeartsenijschool en nadat de titel veearts in 1874 wettelijk beschermd werd, kregen de afgestudeerde veeartsen meer werk.

 

Ook in de Hoeksche Waard kwam de vraag naar meer deskundigheid. Zo is te lezen in het jubileumboek van W.L.T.O. dat in 1862 al een verzoek gedaan werd om een bekwaam deskundige te raadplegen bij buitengewone ziekten onder paarden of runderen. Rijksveeartsen waren kennelijk nog schaars. Het duurde in dit gebied tot 1874 voor er een Rijksveearts werd aangesteld: Th. G. van Rijssel in het centraal gelegen Klaaswaal. In 1890 werd Van Rijssel districtsveearts te Dordrecht. In die hoedanigheid had hij o.a. toezicht op een cursus in hoefbeslag , die in Klaaswaal gegeven werd door de daar werkende veearts Altevogt en hoefsmid Kok uit Rotterdam.

Er zijn vast meer cursussen geweest. Het museum bezit enkele schriftjes, waarin K. Hollander, veeverloskundige en castreur, de lesstof voor de opleiding uitschreef. Hij oefende zijn beroep uit in de wijde omtrek van zijn woonplaats Piershil. Kors Hollander schonk zijn instrumentarium aan het toenmalige Streekmuseum, waar deze tot 2004 te zien was in Oost-Leeuwenstein. Nu wordt de collectie bewaard in het depot. Een deel ervan is nu te zien in de tentoonstelling ‘Diergeneeskunde in de Hoeksche Waard’.

Hoe andere veeartsen en paardendokters, wiens namen in de kaartenbakken van het documentatiecentrum te vinden zijn, opgeleid zijn, zullen we misschien nooit te weten komen. Ze zullen vast allemaal met de beste bedoelingen gewerkt hebben om de gezondheid van dieren te bevorderen.

 

De tentoonstelling Diergeneeskunde in de Hoeksche Waard staat opgesteld in ’t Hof van Assendelft en is nog t/m 2 april te bezoeken. www.museumhw.nl

Boerderij Oost-Leeuwenstein
Dorpsstraat 13
3274 BB Heinenoord
Tel. 0186-601535

't Hof van Assendelft
Hofweg 13 (ook postadres)
3274 BK Heinenoord
Contact

Privacy statement en cookiebeleid 

@ Museum Hoeksche Waard

KvK 41118538
NL36RABO0351102450

Boerderij Oost-Leeuwenstein is geheel rolstoeltoegankelijk, ‘t Hof van Assendelft gedeeltelijk, daar is een traplift. In beide gebouwen is een invalidentoilet.